Week 10: Bedbugs en Kuala Lumpur

18 november 2018 - Kuala Lumpur, Maleisië

Lieve allemaal,

Week 10! 2,5 maand. 70 dagen. Tijd gaat heel snel voorbij, omdat ik zulke leuke dingen meemaak. Terwijl ik dit schrijf zit ik alweer in Kuala Lumpur en heb ik Cambodja achter me gelaten. Ook reis ik vanaf nu weer alleen, of naja, zonder Julia. Sorry alvast voor de extreem lange blog. Niet dat ik zo veel meemaak, maar sommige dingen zijn gewoon leuk om op te schrijven. Je weet wel, voor het nageslacht ;).

Hieronder heb ik wat dingen opgeschreven die ik als Westerling bijzonder vind, maar die Aziaten normaal vinden.

Rare dingen in Cambodja:

  • Men gebruikt hier zo veel plastic en gooit het gewoon zonder pardon op straat. Wij hebben ons echt verbaasd over de hoeveelheid plastic die er ligt en de vuilnisbelten. Zouden ze doorhebben hoe slecht plastic voor het milieu is?
  • Aziaten/Cambodjanen maken altijd lekker ongegeneerd foto’s van ons. Waar ik het al een paar keer had meegemaakt in Thailand gebeurde het in Cambodja ook weer. Een keer toen we ergens stonden te wachten deed er een meneer net alsof hij aan het bellen was, maar ondertussen maakte hij allemaal foto’s van ons. En toen wij hem boos/verbaasd aankeken, deed het hem niets. En toen ik van de week mezelf in de spiegel bekeek, kwam er een meisje naast me staan en maakte allemaal foto’s van mij en haar. Vervolgens duwde ze de telefoon in m’n handen en moest ik, terwijl zij wild stond te poseren, foto’s van ons samen maken. Geen uitleg, geen bedankje. Daarnaast poseert men overal voor een foto. Bij de posters in de bios, bij de planten in de bios, op het vliegveld etc.
  • In Cambodja vonden veel mensen dat mijn naam Cambodjaans was. Elke keer als ik me voorstelde en zei dat ik Linde heette zei men, Oohh Lin is Cambodjaans of Oohh Linna is Cambodjaans. Heb maar nooit gezegd dat ik niet Linna heet maar Linde, want die vrouw vond het heel leuk dat we dezelfde naam hadden.. hahaha.
  • Waar men  midden in de film binnen kwam in Siem Reap, verlaat men de film op het spannendste moment in Phnom Penh.

Maandag 12 november werden we (Bo, Julia en ik) opgehaald met de tuktuk door Deejay! We begonnen de dag bij de killing field van Battambang. Dit was heftig om te zien, want de botten die er gevonden waren, zijn opgestapeld in een monument. In totaal zijn er zo’n 300 killing fields in heel Cambodja te vinden, waarvan ze niet allemaal bereikbaar zijn. Sommigen hebben een monument gekregen, anderen zijn onbereikbaar vanwege de jungle of landmijnen. Onze gids vertelde ons heel veel over de Rode Khmer en wat hij van deze tijd vond. Hij zelf was na de tijd van de Rode Khmer geboren in een vluchtelingenkamp in Thailand. Zijn ouders daarentegen hebben het wel meegemaakt. Toen wij hem vroegen wat hij van Pol Pot (leider Rode Khmer) vond en of er nog mensen zijn die deze periode goed vonden, had hij een bijzondere mening. Hij vertelde dat hij (en anderen) de tijd van de Rode Khmer 50% goed vonden en 50% slecht vonden. Slecht was het natuurlijk omdat er zoveel mensen zijn vermoord en mishandeld. Maar hij vond Pol Pot goed omdat hij er wel voor zorgde dat Cambodja bleef bestaan en niet door Vietnam werd ingepikt.

Na de killing fields gingen we naar de Bamboo train. Deze trein loopt van Battambang tot en met Phnom Penh en werd vroeger voornamelijk gebruikt als transport middel voor goederen. Tegenwoordig is het leuk voor toeristen om er op te rijden en wordt het volgens mij nog (illegaal) gebruikt voor goederentransport. Je moet je even voorstellen dat die trein 50 km/uur gaat en dat het houten plateau niet vast zit aan de wielen en dat het eigenlijk niet veilig is (but I survived).
Na de bamboo train gingen we ergens lunchen en kwamen we nog langs het platteland. Ik maakte hier een foto van een trotse opa met z’n kleinkinderen. Vervolgens zei Julia dat ik de foto even aan hem moest laten zien. Dit was echt heel schattig.

Vervolgens gingen we naar de killing cave. Dit is een hele diepe grot waar men levend naar beneden werd gegooid gedurende de Rode Khmer. Mocht men de val overleven, ging ze vervolgens dood door hongersnood. Bizar he..

We eindigden onze dag bij de bat caves. Hier zitten toeristen op plastic stoeltjes, rijen achter elkaar te wachten tot ze ondergepoept worden  door de vleermuizen die uit de grot vliegen. Nee grapje. Maar elke dag als de zon bijna onder is, vliegen tussen de 10 en 20 miljoen vleermuizen de grot uit, opzoek naar eten. Wij zaten op de berg vlakbij de vleermuizen naar ze te kijken, hoe ze langs ons vlogen. Met de zonsondergang en de bergen op de achtergrond is dit uitzicht fantastisch. Alleen de toeristen die op die stoeltjes zitten, zien de vleermuizen boven zich vliegen > vleermuizenpoep en plas op je.

Dinsdag 13 november namen we om 7 uur de bus naar Phnom Penh. Als echte backpackers namen we de localbus. Op het eerste gezicht was dit een goede bus. Tot Julia de eerste kakkerlak spotte... en vervolgens de tweede.. daarnaast hoorden Bo en ik vervolgens een hele kakkerlakken familie naast ons tikken en zagen we ook babykakkerlakjes. Heerlijke busreis gehad.

Aangekomen in Phnom Penh ging Bo naar een ander hotel dan Julia en ik. Wij gingen naar een mooi hotel met zwembad. Want iedereen had ons verteld, Phnom Penh kent veel criminaliteit en je moet een zwembad hebben bij je hotel. Zo gezegd, zo gedaan. Helaas viel het hotel wat tegen dus kregen we een upgrade en schone lakens. En toen was het weer tijd voor de film! Dit keer gingen we naar the Girl in the spiderweb. Dit was echt een gave film maar oh zo koud. Daarnaast kwam er echt heeeel af en toe een naakte vrouw in beeld. Dit was voor de bezoekers van de film heel spannend want ik heb nog nooit zo veel mensen horen giechelen bij het zien van de billen van een vrouw. Hahaha.

Toen we terugkwamen in het hostel lag ik al lekker in m’n bed, toen Julia het licht uit deed. En bam... daar waren ze... twee vieze vette grote bedbugs... op m’n KUSSEN. Nou het huilen stond me echt nader dan het lachen. We hadden het bed nog wel zo goed gecheckt... en ik had m’n kleding op het bed gehad (jaja domme actie Lin, ik weet het). Dus wij hebben ons geld teruggevraagd en zijn naar een ander hotel gegaan (om 23:30). Vervolgens heb ik al m’n spullen uit gedaan en alles in de badkamer gezet.

Woensdag 14 november hebben we aan het zwembad gespendeerd. Ik had al m’n kleding in vuilniszakken gedaan en in de zon gezet en ook m’n backpack zelf. Door de warmte sterven dan de bedbugs/eitjes. Vervolgens had ik geen kleren meer, behalve m’n bikini en m’n sarong.. top dit.

Donderdag 15 november heb ik m’n kleding laten wassen en (als het goed is) is het ook in de droger geweest. Ik hoop met heel m’n hart dat ik nu bedbugvrij ben. We weten niet hoe snel die beesten zich verspreiden/voortplanten etc. Maar als ik over 10 dagen geen bedbugs heb (dan komen de eitjes uit), dan ben ik blij.

We gingen vandaag naar de Killing fields van Phnom Penh en naar S21 (gevangenis). We hadden vandaag weer een tuktuk driver genaamd Seapheap. We gingen eerst naar the killing fields. Voordat we the killing fields binnen gingen zei de tuktuk driver nog tegen mij: Lin, een sarong (omslagdoek) hoeft hier niet hoor. Die mag je afdoen. Dus ik keek hem lachend aan, die ga ik zeker niet afdoen want hier heb ik niets onder aan want het is m’n rok. Nou die vent keek me aan, en schaamde zich dood. Oops.


We namen hier de audiotour in het Nederlands om alles helemaal goed te begrijpen. Ik wil jullie graag vertellen hoe ingrijpend en onbegrijpelijk dit was om te zien en te horen. Maar om dat echt goed te begrijpen moet je er echt is heen.  Het is een groot terrein met  borden, huisjes, een monument en velden. Je hoort verhalen van overlevenden, over Pol Pot, over wapens etc. Men gebruikte gedurende deze tijd weinig kogels want dat was duur. Maar ze hadden daar oplossingen voor. Er staat namelijk hier een killing tree. Tegen de killing tree werden kinderen (baby’s) geslagen tot ze dood waren. Vervolgens werden ze in een massagraf gegooid bij hun naakte moeders... ook zag je boxen met tanden en botten, of juist met kledingstukken die er gevonden zijn. Soms zag je zelfs kledingstukjes of tanden op de grond liggen. Want vooral tijdens het regenseizoen komt het veel voor dat er botten/tanden aan de oppervlakte verschijnen.. men gaat hier elke keer na een regenbui weer opzoek naar botten..

Na the killing fields gingen wij naar S21. Voor de oorlog was S21 een school geweest en tijdens de oorlog was het een gevangenis (lees martelplaats). S21 bestaat uit vier gebouwen, wat groter was dan we hadden verwacht. Waar ik in Europa ook naar oorlogsmusea en concentratiekampen ben geweest, voelde dit anders. In Europa zijn dat soort plekken vaak afgezet met touwen (niet voorbij deze streep) en bijzondere voorwerpen liggen achter glas. Hier was dat niet het geval. Bloedvlekken waren in de tegels getrokken en waren nog zichtbaar. Foto’s van lijken kon je gewoon zien. Foto’s van soldaten/bewakers/gevangenen waren zichtbaar. Bedden, martelwapens etc stonden nog op dezelfde plek en kon je aanraken. Wij hadden ook hier een audiotour en dit was heel aangrijpend. Door de foto’s aan de muren, de bloedvlekken in de grond en de cellen met voetboeien, kreeg alles nog een beter beeld/verhaal. Ik vind het heel moeilijk om uit te leggen wat het met me deed, maar het was een heftige dag.

Ik was erg blij dat ik van te voren twee films had gezien en mij goed ingelezen had. Ondanks dat was het nog steeds heel schokkend om te zien. Tip als je dit gaat bezoeken: lees je in en eet genoeg voordat je hierheen gaat.

Vrijdag 16 november hebben we eerst doorgebracht aan het zwembad waarna we vervolgens uiteten gingen. Lekker bij een Indiaas restaurantje, dachten we. Nou lekker was het wel, maar ook erg pittig. Man man man, het zweet liep van m’n voorhoofd en ik was zo rood als een tomaatje. Ik denk dat ze ons daar stiekem erg hard uitgelachen hebben. Hierna zijn we naar the Fantastic beast gegaan. Dit was een hele geslaagde laatste avond met Juul..

Zaterdag 17 november was het tijd om onze backpack weer te pakken en naar het vliegveld te gaan. De vriend van Julia zou namelijk aankomen om 11 uur en ik zou om half 3 door vliegen naar Kuala Lumpur. Dus daar was het moment van afscheid. Ik heb echt een onwijs leuke tijd met Julia gehad (6 weken o m g). Maar nu ben ik weer alleen. Ik vloog om half 3 naar Kuala Lumpur terwijl ik geen beenruimte had en luisterde naar het gesmak van mijn reisgenoten. Aangekomen op het vliegveld van Kuala Lumpur viel het op hoe schoon en overzichtelijk alles was. Maar alles is na een stad als Phnom Penh schoon en overzichtelijk. Vervolgens ging ik naar m’n hostel en dacht ik nog even rustig in bed te gaan chillen. Maar dat was niet het geval want ik ging samen met twee Britse meiden eten. Tot nu toe heb ik elke avond samen met iemand gegeten, Thank god :).


Zondag 18 november gingen Eilisha en ik naar de Batu Caves. Hier bevinden tempels in een grot die je bereikt door 300 trap treden  omhoog te lopen. Al deze treden waren in verschillende kleuren geschilderd. Boven aangekomen had je heel veel apen, die naar m’n mening, veelte dichtbij kwamen. En op het moment dat men ook nog die apen gaat aaien en voeden, twijfel ik wel eens aan het IQ van de mensheid. Ik wil absoluut niet gebeten worden door een aap en wil dan ook niet te dichtbij komen. De apen daarentegen denken er anders over en springen soms gewoon op mensen hun ruggen. Brrrr.

In de middag heb ik nog even een rondje door China Town gelopen (onze wijk). In de avond ben ik met Eilisha naar Petronas Twin Towers geweest. Deze was al helemaal verlicht en echt ongelofelijk groot. Was erg leuk om te zien.

En nu ga ik lekker slapen. En het is nog maar 6 nachtjes tot mama er is!

Liefs,

Linde


 

2 Reacties

  1. Tony:
    18 november 2018
    Weer gesmuld van jouw verhaal. En reizen is idd ook kennis maken met de afschuwelijke historie van deze landen. Nu even genieten van de totaal andere sfeer in Maleisie. En ik tel ook af: nog vier dagen werken en vijf nachten slapen, en dan vertrek ik. Kijk heel erg uit om jou na 11 weken weer te zien!
  2. Opaxxx:
    19 november 2018
    Geweldig verhaal en dat je dit als "kleine" meid allemaal mag beleven. 😍