Week 12: sterke maag en Lin als souvenir

2 december 2018 - Nyaung-U, Myanmar

Lieve allemaal,

Vandaag ben ik 12 weken van huis. Dus dat betekent dat ik op 2/3 van m’n reis ben en dat betekent weer dat ik over 6 weken alweer thuis ben?! Maaaar daar gaan we het nog niet over hebben!
 

Mama is ondertussen ook alweer een week in Myanmar en dat bevalt ons allebei goed.

Maandag 26 november werden we om 6.30 gedropt door onze nachtbus in Hsipaw. We hadden een heerlijke nacht achter de rug, maar niet heus. Er werd vaak gestopt om te roken, de buschauffeur praatte super hard en ook de Birmese liederen zorgden er niet voor dat ik lekker sliep. Gelukkig konden we gelijk ons hotel in en hebben we daar nog van 7-12 geslapen. Waar de dag ervoor ons ontbijt bestond uit pepernoten van oma en mandarijnen, bestond ons ontbijt nu uit borstplaat en pepernoten... toch nog een beetje Sinterklaas (:

In de middag regelde het hotel een gids die met ons op pad ging naar de Shan villages. Shan is een kleine etnische groep hier in Myanmar. De gids (Yuyu) nam ons mee door de rijstvelden, de dorpjes en vertelde van alles over Myanmar. Op een gegeven moment sloot er een groepje kinderen bij ons aan die giechelend met ons mee liep. Want twee blanke, blonde, lange vrouwen zijn heel spannend Hahah.

Dinsdag 27 november gingen we weer met Yuyu op pad en ook met een Duits stel. We gingen met de boot varen naar een ananas plantage. Waar dit in Thailand een hele gebeurtenis met tientallen toeristen geweest zou zijn, ging het hier anders. We stapten ergens uit, waar niemand was, behalve bosjes en bomen. En toen gingen we lopen. Half door de bossen heen. En daar was een klein vrouwtje (echt ieniemienie vrouwtje) die daar afgezonderd van de rest leefde. Ze was psychisch niet in orde en eigenlijk een beetje ‘de dorpsgek’. Daarna liepen we door (we liepen nog steeds op een pad wat je eigenlijk geen pad kan noemen) en kwamen we langs allemaal ananasplanten. Ik wist eigenlijk niet dat ananassen zo groeiden, maar ze groeiden daar en dat was leuk om te zien. Vervolgens liepen we weer een heel stuk door en kwamen we echt heeeeel veel spinnen tegen. Echter vind ik deze spinnen ‘te doen’, want ze zitten in een web en zijn niet groot, zwart en harig. Toen kwamen we aan bij een klooster waar we ‘s werelds lekkerste ananas hebben gegeten (echt waar!) en koekjes. Hier kwam mama er ook achter dat ze haar lensdop kwijt was geraakt... hij lag niet in het klooster en de kans dat we hem op de terugweg in de bosjes terug zouden vinden, was echt heel klein. Maar op de terugweg... bij de ananasplantage... je raadt het nooit... vond IK, Linde, de lens weer terug. Voor de mensen die me niet zo goed kennen; ik ben echt ‘s werelds slechtste zoeker ooit en raak dingen vrij snel kwijt... ;)

Vervolgens gingen we met de boot nog naar een uitzichtpunt en naar een typisch Shan village. Ik zal het beeld van het dorp even voor je schetsen;

Je ziet alleen maar houten huisjes. Muren bestaan voornamelijk uit zelf gevlochten bamboomatten. Er zijn meerdere waterputten waar men water haalt. Er zijn weinig elektriciteitsvoorzieningen. Op veel plaatsen ligt er gepelde en ongepelde mais te drogen. Het dorp is alleen bereikbaar per trein of per boot, geen auto’s. Er groeit er van alles (fruitsoorten/koffiebonen/kruiden etc). Er lopen er dieren, varken worden gehouden.

Zie je het al voor je?

Woensdag 28 november gingen we met de trein van Hsipaw naar Pyin Oo Lwin. Deze treinrit rijdt 20 km/uur. Wij zaten met allemaal toeristen in een vipclass met lekkere stoelen en de bevolking zelf zat op houten bankjes in andere coupés. Je had mooi uitzicht over het landschap vanuit de trein. Op een gegeven moment zouden we over een trein rijden (gebouwd in 1903) die heel hoog is. Dit was wel even spannend want je weet het maar nooit met zo’n gammele trein. Het uitzicht op de brug en vanaf de brug was wel heel gaaf. Aangekomen in Pyin Oo Lwin gingen we naar ons hotel en gingen we nog even zwemmen. Correctie, mama ging zwemmen en Linde sprong erin en rende daarna meteen naar haar warme douche. Wat een held..

In de avond gingen we met de fiets van het hotel (echte Nederlanders he!) naar een Indiaas restaurant. Dit was een lachwekkende fietstocht want de fietsen waren veelte klein, zachte banden en de trappers stonden scheef.

Donderdag 29 november gingen we naar de botanische tuinen. Pyin oo Lwin staat namelijk bekend om zijn vele bloemen en om de koloniale invloeden. De botanische tuinen waren echt heel mooi. Het lag er prachtig bij, goed onderhouden, mooi aangelegd, kleurrijke bloemen etc. Terwijl wij daar rondliepen kwam er opeens een vrouw met een kindje naar ons toe die wel met mij op de foto wilden. Nou oké, prima. Maar op een gegeven moment gaf dat kind mij ook een kus op m’n wang? En de vrouw hield m’n hand vast? Het was een beetje raar. Vervolgens ben ik/zijn we denk ik wel 5 keer met iemand op de foto geweest of stiekem gefotografeerd. Ik vind het prima en ook wel een beetje ongemakkelijk als ze met me op de foto willen, zolang ze het vragen. Ik heb nu echt al zo vaak gehad dat men heel stiekem bij me kwam staan of stiekem een foto van me maakte.. en waarom? Geen idee...

Vanaf de botanische tuinen namen we dit keer geen normale taxi... maar een koets met een paard!! We zaten in de koets en gingen naar de markt. Hier komt de titel vandaan... want man man man.. je moest hier wel een sterke maag hebben. Waar je eerst nog leuk groente en fruit had liggen, veranderde dat al snel in dode,met vliegen bebloede vissen.. en ook stukken kip zonder kop maar met poten lagen er... op een gegeven moment zag ik iets bewegen, dus ik liep erheen. Waren het dozen vol kleine kuikentjes, die elkaar zowat verpletten in de dozen. Een man kocht ook gewoon een tasje met 20 keukentjes en een ander kneep een keukentje zowat fijn toen hij hem vasthield.. word ik dan toch vegetariër?

Hierna namen we de shared taxi naar Mandalay. Dit kost echt geen drol en is heel relaxed. We zaten met 2 andere Birmese mensen voor 2 uur in een taxi. Vervolgens zette de taxichauffeur ons wel bijna bij het verkeerde hotel af (liever dat, dan het ons nog een keer vragen waar het is), maar oké.

Vanaf ons hotel hadden we wel een hele mooie zonsondergang en hebben we heel lekker gegeten tussen de locale bevolking in een leuk restaurantje.

Vrijdag 30 november hadden we de hele dag een taxichauffeur. We begonnen in Mingung. Hier bezochten we eerst een hele mooie witte pagode, daarna een zware bel (91 ton) en een andere pagode. En ook hier ging men weer stiekem foto’s van mij maken... dus ik vroeg de taxichauffeur waarom men dat nou deed. En hij vertelde mij dat dit een souvenir voor hun is. Als zij dan weer in hun eigen staat/dorp zijn, laten ze die foto vol trots zien, want ze hebben een blanke, blonde, lange toerist gezien. Dus vanaf deze week ben ik verkrijgbaar als souvenir.

Na Mingung gingen we naar de drie koningssteden. We begonnen in Sagaing waar we een hele kleurrijke tempel bezochten. Vervolgens gingen we naar een andere tempel met zoooooo veel monniken. Het was die dag blackmoonday en daarom waren er extra veel monniken in de omgeving. Ondanks dat er normaal ook al zo’n 8000 monniken in de omgeving wonen, was het nu helemaal bizar. Overal waar je keek zag je monniken. Kleine, grote, in roze, oranje en rode gewaden. Heel leuk om te zien. Überhaupt hadden we die dag heel weinig westerse toeristen gezien. De toeristen die we zagen waren rijke, Birmese toeristen of monniken. Na Sagaing gingen we naar Innwa. Hier kwam je per boot en ging je vervolgens de pagodes per horse Car (paard met koets) bezoeken. Dit was wel erg toeristisch. Of Naja, ‘erg toeristisch’ is overdreven. Maar t.o.v. andere pagodes en hoe weinig toeristen we daar zagen, was het nu opeens wat drukker.

Na Innwa gingen we met de taxi door Amarapura. Dit stadje staat bekend om de 1.2 km lange houten brug. Wij huurden hier een bootje (mama dacht dat we zelf moesten roeien haha) en bekeken de zonsondergang vanaf het water. Dit is heel mooi om te zien want op een gegeven moment zie je alleen maar silhouetten van mensen met de zonsondergang op de achtergrond.

Kortom, een geslaagde, maar lange dag.

Zaterdag 1 december ging de wekker al om 5.30. We gingen namelijk met de boot naar Bagan. Deze boottocht zou 12 uur duren. Dus we brachten deze dag door op onze telefoon en lezend in een boek/tijdschrift. Het was niet een fantastische boottocht met mooi uitzicht. Het was vooral relaxed. Uiteindelijk kwamen we na 9 uur varen aan en werden we opgewacht door veelte veel irritante mannetjes die te dure taxi ritjes aanbieden. Uiteindelijk zouden we 8000 Kyat betalen ipv 10000 (Jupp.. slecht afgedongen). En toen we nog geen 2 minuten onderweg waren, stopte de chauffeur voor andere toeristen. Dus mama sprong uit de auto en zei meteen dat wij dan minder zouden betalen als zij ook in de auto kwamen. Lekker mam! Toen we met de Chinese toeristen in de auto zaten zei de chauffeur tegen hen dat ze alsnog een dollar meer moesten betalen omdat het zo ver weg was. Dus ik zei gelijk nee nee nee een deal is een deal. Want ik ken Chinese toeristen onderhand wel.. die dingen niet af. En als zij niet afdingen gaan die chauffeurs het ook bij andere mensen proberen, gaan prijzen omhoog en dat gun ik vervelende taxichauffeurs niet. Maar zoals verwacht, de Chinezen stemden er mee in en betaalden meer. Oenen. In de avond kwam ik erachter dat ik een soort uitslag/bultjes op m’n enkel heb.. ik dacht natuurlijk meteen aan beten van een bedbug. Maar dit is heel moeilijk om op te googelen want iedereen reageert weer anders. Maar ze jeukten niet. Dus ik stuurde de ‘dokter op zak-app’ een berichtje. Opa en oma; dit is een app op je telefoon die je een berichtje kan sturen als je bijvoorbeeld ziek bent, uitslag hebt of iets anders hebt terwijl je in het buitenland bent en nog niet naar de dokter wilt. Dit gesprek werd uiteindelijk hilarisch omdat ik vergat te melden dat ik in Myanmar zat, vergat te melden dat ik aan het reizen ben, dat ik een vrouw ben, 18 jaar etc... en zij stelde echt de meest rare, hilarische vragen. Uiteindelijk zijn we niet veel wijzer geworden en weten we net zo veel als voor het gesprek met de dokter op zak..


Zondag 2 december huurden we een elektrische scooter van het hotel en gingen we daarmee Bagan verkennen. Hier zijn ook weer duizenden pagodes! Dus overal waar we de pagode in wilden, schoenen en sokken uit. Het was wel echt gaaf om te zien dat overal waar je kijkt, puntjes van de toppen van de pagodes uitsteken. Onbeschrijfelijk. In de avond hebben we ergens gegeten waar ze een poppenshow gaven. Dit was wel bijzonder om te zien. Er wordt dan live Birmese muziek gespeeld en door verschillende mannen met handpoppen bewogen/gedanst op de muziek. Leuk om te zien!
 

Myanmar is echt heel leuk tot nu toe. Ondanks dat ik het echt hartstikke koud vind in de ochtenden en avonden. Het koelt dan namelijk gewoon af naar 16 graden en dat was ik niet meer gewend. Ook is de bevolking heel vriendelijk en in voor een praatje. Ik moet nog wel m’n argwaan laten varen, want ik merk dat ik meteen op m’n hoede ben als iemand iets vraagt of een praatje met me maakt. De omgeving van Mandalay is behoorlijk arm en er zijn buiten Mandalay veel hutjes die echt niets hebben. Je eet hier echt voor nog geen 2,75 per persoon best wel veel en een drankje. Mama had laatst een glas bier voor 45 cent. De bedden zijn schoon, best zacht en altijd nieuw (komen we achter bij de bedbug controle). 

Nu ga ik lekker slapen want de wekker gaat om 4.45. We gaan namelijk de bekende zonsopgang van Bagan zien! Dus Slaaplekker!
 

Liefs,

Linde

3 Reacties

  1. Renate:
    3 december 2018
    Leuk om ook over mijzelf te lezen😉.
    En voor iedereen die dit leest: alles klopt! (Kleine toevoeging: trein ging over brug met 300 m diepe kloof).
  2. Opaxxx:
    4 december 2018
    Spannend, vooral de brug van 300 mtr hoog. Brrr. Verder een mooie ervaring.
  3. Tony:
    5 december 2018
    Ik vind dat van die chinezen hilarisch. Altijd gedacht dat dat zulke goede onderhandelaars waren! Ben blij dat Myanmar je zo goed bevalt.